In het kort:
AI-hardware vereist fundamenteel andere infrastructuur dan traditionele computers, met dramatische gevolgen voor lokale gemeenschappen die nu watercrises en stroomuitval ervaren.
- GPU's, het hart van AI-systemen, verbruiken exponentieel meer energie dan CPU's omdat ze duizenden processors tegelijk activeren
- Amerikaanse AI-datacenters gebruikten in 2023 al 55,4 miljard liter water, met projecties tot 124 miljard liter in 2028
- Het energieverbruik van datacenters steeg van 1,9 procent naar 4,4 procent van het Amerikaanse totaal tussen 2018 en 2023
Het grote plaatje:
De waterschaarste ontstaat door een dubbel probleem: directe koeling en indirecte effecten via elektriciteitsopwekking. Phil Burr van Lumai legt uit dat GPU's "een enorme hoeveelheid warmte" produceren, waardoor intensieve koeling noodzakelijk is. Ongeveer driekwart van het waterverbruik komt echter van elektriciteitscentrales die water nodig hebben voor koeling en stoomproductie. Het gebruikte koelwater bevat bovendien chemicaliën en kan niet worden hergebruikt voor menselijke consumptie.
Wat volgt:
Nieuwe technologieën bieden hoop, van gesloten koelsystemen tot geothermische energie die tot 64 procent van de groeiende vraag kan dekken. Maar volgens MIT-onderzoeker Vijay Gadepally is het echte probleem dat de industrie "steeds groter bouwt zonder na te denken of we het echt nodig hebben."