In het kort:
Het exportverbod van oktober 2022 was een keerpunt in de technologische wedloop tussen de VS en China. Een kleine groep beleidsmakers, bezorgd over de snelle ontwikkeling van AI, overtuigde het Witte Huis ervan dat drastische maatregelen nodig waren.
- De restricties waren veel breder dan eerdere handelsbeperkingen en raakten de hele Chinese AI-industrie
- Sleutelfiguren als Tarun Chhabra en Jason Matheny waarschuwden voor een mogelijk AI-kantelpunt dat China grote militaire en economische voordelen zou geven
- Het beleid kostte Amerikaanse bedrijven zoals NVIDIA miljarden aan omzet, maar werd gezien als noodzakelijk voor de nationale veiligheid
Het grote plaatje:
De VS moest Japan en Nederland overtuigen om mee te doen, omdat deze landen cruciale chipproductie-apparatuur leveren. Het argument dat AI de toekomst van oorlogsvoering zou bepalen, gaf de doorslag voor deze bondgenoten.
Wat volgt:
Onder Trump lijkt het beleid nu te verschuiven. Hoewel de meeste beperkingen intact blijven, heeft hij recent toegezegd dat NVIDIA weer bepaalde chips mag verkopen aan China in ruil voor een deel van de opbrengst.